Archeologie
Als een van de weinige particuliere verenigingen in Vlaanderen heeft HAGOK in het verleden voor zijn archeologische initiatieven algemene erkenning verworven in wetenschappelijke middens. HAGOK voerde een belangrijke reeks archeologische opgravingen uit in de streek, met de toestemming van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium van de Vlaamse Gemeenschap, en met steun van de K.U. Leuven, de provincie Vlaams-Brabant en de betrokken gemeentebesturen. Door de gewijzigde wetgeving kon de vereniging geen nieuwe initiatieven meer nemen.
Volgende opgravingscampagnes werden gerealiseerd :
- het voormalig kasteel van Roost (Haacht, 1982-1983): fundamenten van het kasteel van Roost, in de eerste helft van de 13de eeuw in het bezit van Oda Van Roost en Walter van Rijmenam alias van Haacht en van Roost, in 1260 in handen van de heren van Rotselaar, in de 15de eeuw bezit van Pierre de Goux, kanselier van Bourgondië; afgebroken in de 19de eeuw.
- Het Hof ter Hofstad (Werchter-Haacht, 1986-1989), de huidige Kraneveldshoeve: ridderhoeve met walgracht, zetel van het riddergeslacht Vander Hofstad, en nadien in handen van verschillende Leuvense patriciërsgeslachten; fundamenten van meerdere constructies, 13-19de eeuw, waaronder een kleine woontoren van rond 1500. Tot de merkwaardigste objecten behoort een Syrisch zalfpotje uit de 13de eeuw.
- De heerlijke watermolens van Doren (Rotselaar, 1993-1995): archeologisch onderzoek op het kunstmatig moleneiland in de Dijle, waar tot het midden van de 17de eeuw eveneens een molengebouw stond. Watermolens van de heren van Rotselaar, later van de hertogen van Aarschot, één van de grootste in Brabant. Blootlegging van o.m. een indrukwekkende ijzerzandstenen sokkel.
- Abdij Vrouwenpark (Rotselaar, 1997-1999): belangrijke Brabantse cisterciënzerinnenabdij (kort voor 1215-1796). Blootlegging van de noordflank van de abdijkerk, van het westelijk uiteinde tot in het noordelijk transept. Ontdekking van een aanzienlijk deel van het abdijkerkhof (ong. 300 skeletten geborgen). Tot de belangrijkste losse vondsten behoren: een ijzerzandstenen versierde zuilsokkel (vroege 13de eeuw), bouwstenen met beschildering, losse wandbeschilderingsresten, nis met hoogverheven, gepolychromeerd beeldhouwwerk (15de eeuw), twee renaissancekapitelen, en de versierde grafsteen van Ida van Moerzeke, een tot nog toe onbekende abdis (2de helft 13de eeuw).
De verwerking van de archeologische gegevens uit de opgravingen te Vrouwenpark (Rotselaar) gebeurde onder leiding van archeoloog Ward Caes met medewerking van ondermeer : Gys Degreef, Frederik Daniëls, Isabel Jansen (IAP), Inge Uyterhoeven, Nathalie Cleeren en Bart Robberechts (allen archeologen).
Meer dan 200 van de wel 300 (partiële) skeletten werden door dr. P. Hooft onderzocht. De menselijke resten zijn inmiddels ter beschikking gesteld van de paters Montfortanen en werden voorlopig bewaard in het cellarium van Vrouwenpark, dat nu als knekelkelder dienst doet. Tijdens een korte plechtigheid op 25 november 2001, waarin pater Moons, Montfortaan, voorging en waaraan een 15-tal archeologen en bestuursleden van HAGOK deelnamen werden zij opnieuw begraven in een grote grafkelder, letterlijk (maar ook symbolisch) gelegen tussen de resten van de voormalige abdijkerk en het voormalige abdissenverblijf (dat nu dienst doet als woonst van de paters Montfortanen).